Jagers Club het Haasje
Vooraf: Deze richtlijn is op de eerste plaats een handreiking. Het kan zijn dat je andere informatie hebt of vindt of een andere interpretatie hebt van dingen. Mits afdoende onderbouwd kan daar altijd over gepraat worden, en opgenomen worden in de richtlijn.
De richtlijn geldt met name voor zaken die zichtbaar zijn voor mede hobbyisten en publiek. Niemand zal er moeilijk over doen als je b.v. bij erg koud weer modern thermo ondergoed draagt onder je historische outfit.
Wat stoffen betreft moet je er rekening mee houden dat in deze periode katoen weliswaar ruim verkrijgbaar was maar nog altijd beduidend duurder dan linnen.
Deze richtlijn zal voornamelijk gaan over mannenkleding. Dat is beslist niet omdat we de vrouwelijke inbreng minder waarderen maar berust op het simpele feit dat in de snit en soorten van vrouwenkleding voor de periode minder variatie zit als bij de mannen. Daarentegen hebben de dames een veel grotere keuze qua stofmotieven en kleuren als de mannen.
Richtlijnen Kleding:
Vooraf: deze richtlijn is op de eerste plaats een handreiking. Mits voldoende onderbouwd kan e.e.a. bediscussieerd en aangepast worden.
TENTEN:
Het tijdens de activiteiten van Het Haasje leven in een kampement met tenten is op het randje van authenticiteit. In de historische praktijk zouden we waarschijnlijk eerder hebben geopereerd vanuit landhuizen, herbergen e.d.. Tijdens living history activiteiten zijn die echter zelden beschikbaar en dus zullen we het vanuit een tentenkampement moeten doen.
Aangezien we een civiele uitbeelding neer zetten, zijn we niet gebonden aan militaire types tenten van een bepaald leger. Dit geeft ons een ruime keuze.: Ongeveer elke tent van katoenen of linnen canvas, en gesloten met linten of touw. Normaalgesproken (gebroken) wit van kleur, maar ook andere kleuren zijn toegestaan, behalve olijfgroen. Kleuraccenten, b.v. geschilderde naden, zijn toegestaan, behalve teksten. Slikranden zijn toegestaan mits naar binnen gevouwen en indien van kunststof, visueel gelijk aan canvas of afgedekt met canvas of stro. Enkele types zijn: Walltent, A-tent, A-tent met bell, conische tent, double bell wedge, Britse bell-tent (vroeg model). Niet toegestaan duidelijk modernere types zoals de Sibley tent, tente d’abri (shelter/dog tent), Baker tent, forrester tent e.d.
Onder koude omstandigheden kan de tent verwarmd worden. Historisch verdedigbaar is een plaatijzeren houtkachel. Indien van modernere verwarming gebruik gemaakt wordt (b.v. petroleumkachel) dient die zo opgesteld en gecamoufleerd worden dat hij niet van buiten zichtbaar is voor publiek en mede reenactors. Verwarming met “geluidseffect” zoals de meeste gaskachels mogen niet gebruikt worden.
SLAPEN.
Indien beschikbaar op een evenement kan gebruikt gemaakt worden van met stro gevulde strozakken als matras. Maar ook een moderne isolatiemat mag gebruikt worden mits gecamoufleerd in een strozak of anderszins. Veldbedden zijn eveneens toegestaan mits van enigszins historische constructie. Indien te modern moet het veldbed tot de grond aan het oog onttrokken worden door een deken of nadere cover.
Bij voorkeur wordt geslapen onder wollen dekens (evt. met lakens). Moderne slaapzakken en dekbedden zijn toegestaan mits aan het zicht onttrokken door een wollen deken.
KEUKENMATERIAAL E.D.
Bij voorkeur wordt gekookt op houtvuur in een kuil op de grond. Indien ter plekke niet mogelijk of verboden kan een vuurschaal gebruikt worden. Ook een houtskoolkomfoor is een mogelijkheid.
Waar we bij veel andere uitbeeldingen bij voorkeur kookstellages improviseren van natuurlijke materialen is bij Het Haasje het gebruik van metalen driepoten, spitten e.d. verdedigbaar naast natuurlijk treeven en pothaken.
Kookwaar als potten en pannen zijn van gietijzer, plaatijzer/blik, of koper/messing. Roestvrij staal alleen toegestaan indien dusdanig geschuurd dat de typische glans is verdwenen. Onbehandeld rvs, emaille en aluminium absoluut niet toegestaan.
Eetgerei kan bestaan uit blik, tin (incl. brittania), maar ook contemporain aardewerk en porselein is specifiek voor deze uitbeelding aan te bevelen. Bestek naar contemporain model.
OVERIGE UITRUSTING.
Op de eerste plaats een lederen jachttas, liefst voorzien van wildstroppen of een wildnet (geen Amerikaanse modellen met franjes e.d.).
Kruithoorn of messing kruitfles (geen typisch Amerikaans decor van later in de 19e eeuw), bij voorkeur met sluiting en maattuit. Bij een hagelgeweer een hagelfles of zak met maattuit.
Een broodzak/haversack komt altijd van pas, zeker voor de niet van vuurwapens voorziene drijvers.
Qua veldfles zijn er meerdere mogelijkheden. Houten tonnetje, niervormig blik (Brits 18e eeuw, Frans Napoleontisch) of leder (liever niet want weinig voorkomend op het vaste land). Of een glazen fles in een stoffen hoes of gewoon los in de broodzak.
JACHTWAPENS.
De gebruikte vuurwapens zijn in principe voorzien van een vuursteenslot. Aangezien we bij deze uitbeelding in de praktijk niet veel zullen vuren en de vuurwapens voornamelijk een “kledingaccessoire“ zullen zijn is het niet absoluut noodzakelijk dat alle vuurwapens technisch functioneel zijn. Dientengevolge is het ook toegestaan tot percussie geconverteerde wapens te dragen mits het slot onzichtbaar is middels een historisch correcte slotbedekking (cow’s knee).
De vuurwapens zijn bij voorkeur contemporaine civiele buksen en hagelgeweren (enkel en dubbelloops). Helaas zijn dit soort wapens niet of nauwelijks als replica te krijgen dus zijn we hier aangewezen op antieke exemplaren. Daarnaast staan we militaire modellen toe, bij voorkeur karabijnen, zowel origineel als replica. Als laatste mogelijkheid militaire musketten. Geen geweren met de typische Amerikaanse gebogen kolfvorm van de Kentucky Rifle. Pistolen worden in principe bij de jacht niet gedragen en hebben dus totaal geen prioriteit. Overigens was het bezit van reispistolen voor de gegoede burger niet ongebruikelijk als verdediging tegen struikrovers maar ze hebben dus voor deze uitbeelding weinig praktische waarde.
Qua blanke wapens wordt iedereen verondersteld een simpel zakmes te hebben (GEEN Opinel want die is 20e eeuws). Daarnaast is voor de jacht in de periode een hartsvanger of ander jachtzwaard bijna onontbeerlijk. Daarnaast kan een contemporaine jachtdolk gedragen worden. Voor de zwijnenjacht, nazoek en als uitrusting van een deel van de drijvers is de “Saufeder” aanbevelenswaardig, een soort relatief korte vleugellans of sponton. En voor de armere drijver een stevige tak om het wild op te jagen.
Nabranders
Het is altijd een leuk stukje aankleding van een kampement als je een waslijn hebt met drogend authentiek ondergoed. Ook het ’s-ochtends slaperig uit je tent komen in authentiek nachthemd en slaapmuts draagt bij tot de sfeer.